Kan bitcoin ooit echt geld worden?

Er is iets nieuws in geldland: bitcoin. Bitcoin en andere “cryptovaluta’s” bieden een alternatief voor traditionele valuta’s en betaalsystemen. Maar kunnen cryptovaluta’s geld echt vervangen?

Geld heeft drie kenmerken. Het is

  1. een ruilmiddel;
  2. een rekeneenheid, en
  3. een oppotmiddel.

Aan het eerste kenmerk kunnen cryptovaluta’s in de toekomst voldoen, als ze breder geaccepteerd worden. Het tweede en derde kenmerk zijn lastiger, omdat de waarde van bitcoin nogal fluctueert. De waarde vertienvoudigde in 2013, maar bitcoin heeft ook al een paar speculatieve crises gehad.

Bij echt geld dempen centrale banken deze fluctuaties door de geldhoeveelheid en prijzen te reguleren via de rente. Maar het is nu juist het doel van bitcoin en andere cryptovaluta’s om centrale autoriteiten overbodig te maken. De hoeveelheid bitcoins neemt in een vaststaand tempo toe door “mining”. Maar de vraag naar bitcoin varieert natuurlijk gewoon. Hierdoor fluctueren de prijs van bitcoin en de wisselkoers  t.o.v. de dollar en de euro.

Deze fluctuaties konden wel eens bitcoin’s Achilleshiel zijn omdat ze een rol als echt geld moeilijk maken. Er is een uitweg: een bitcoin-formule die de geldhoeveelheid automatisch soepel afstemt op de vraag. Het is niet onmogelijk, maar die formule zou zo baanbrekend zijn dat de uitvinders ervan direct in aanmerking zouden komen voor de Nobelprijs in de Economie.

Schulden wegwerken in de eurozone

Sinds de crisis toesloeg in 2008 is het herstel in Europa nog niet van de grond gekomen. Hoe komt het toch dat het zo lang duurt? Een belangrijke reden is dat een aantal eurolanden in een “balansrecessie” zit. Huishoudens concentreren zich op het repareren van de eigen financiële balans. Ze doen zuinig aan, sparen waar ze kunnen en drukken zo de economie in de min.

Hieraan vooraf ging een periode waarin in zowel de VS als Europa de schuldratio van huishoudens, de schuld als percentage van het besteedbaar inkomen, flink opliep—veelal samengaand met een hausse op de huizenmarkt. In de VS was deze beweging sterker dan in de eurozone. Maar de Amerikanen zijn hun kater na 2007 ook veel voortvarender te lijf gegaan dan de Europeanen. De schuldratio van Amerikaanse huishoudens is sinds de piek in 2007 met 24%-punt gedaald. In de eurozone nam de schuldratio in deze periode zelfs nog met 7%-punt toe. Gedwongen huisverkopen en afschrijvingen verklaren een deel van de afgenomen Amerikaanse schuldratio. Ook maken Amerikanen tegenwoordig minder gebruik van de credit card. Maar de dalende uitstaande schuld is niet de belangrijkste oorzaak van de afnemende schuldratio. Dat is het stijgende huishoudinkomen. Van de 24%-punt daling van de schuldratio sinds de piek wordt 17%-punt veroorzaakt door het hogere inkomen. Ter vergelijking: het beschikbaar huishoudinkomen in de Eurozone steeg in dezelfde periode slechts 5½%. De slecht draaiende economie, lastenverzwaringen en bezuinigingen hebben in Europa hun tol geëist.

De les voor Europa is dat het saneren van schulden effect heeft, maar dat economische groei, resulterend in stijgende inkomens, veel belangrijker is om de schuldratio te reduceren en uit de balansrecessie te komen.